Drugproblematiek in de Brusselse stations: dweilen met de kraan open

De cijfers voor druggerelateerde feiten in spooromgevingen in Brussel zitten al jaren in de lift. Dit blijkt uit cijfers die Kamerlid Tomas Roggeman (N-VA) opvroeg bij de minister van Binnenlandse Zaken. “Lokale besturen moeten inzake drugsproblematieken een lik-op-stuk beleid voeren. Anders blijft het dweilen met de kraan open,” zeggen N-VA-parlementsleden Tomas Roggeman en Mathias Vanden Borre.

Onlangs nog onderschepte de politie een man op de trein die vanuit Brussel richting Amsterdam onderweg was met maar liefst 1655 XTC-pillen bij zich. Geen alleenstaand feit blijkt uit cijfers die Roggeman opvroeg. De grootste drugsproblematieken in stations en op treinen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doen zich voor in respectievelijk Brussel-Noord en Brussel-Zuid. In Schaarbeek klom het aantal druggerelateerde feiten op treinen en in het station op tot maar liefst 172 gevallen waar dit in 2017 nog maar 35 gevallen bedroeg. In Sint-Gillis valt er een verdrievoudiging op te merken in het aantal geregistreerde gevallen en sloot 2020 af met bijna 300 druggerelateerde feiten. “Deze stijging is opmerkelijk,” zegt Kamerlid Roggeman. “Drugs is spijtig genoeg alom in onze hoofdstad en de spooromgevingen blijken een hotspot te zijn.”

“Sterker optreden”

De Brusselse N-VA fractie pleit al langer voor een duidelijk en kordaat beleid inzake de drugsproblematiek. De cijfers die nu naar boven komen over druggerelateerde feiten in spooromgevingen verbazen hen dan ook niet. “Ik vraag minister-president Rudi Vervoort (PS) bijna wekelijks om de drugsproblematiek in Brussel ernstig te nemen. De reactie is steevast bijzonder laconiek, alsof de problemen niet zouden bestaan. Drugsbendes en bijhorende trafiek kiezen echter de weg van de minste weerstand en hebben die duidelijk in Brussel gevonden. Ook de onveiligheid in de stationsbuurten is een gekend probleem, waar echter bijzonder weinig verandert. Zolang deze problemen niet op het niveau van het Gewest ernstig en integraal worden aangepakt, gaan we van kwaad naar erger,” zegt Brussels Parlementslid Mathias Vanden Borre. Roggeman en Vanden Borre roepen de bevoegde ministers en de lokale beleidmakers op tot overleg en het uitwerken van een duidelijk samenhangend plan inzake de aanpak van drugs.