Dankzij een nieuwe screening van het Departement Zorg kunnen lokale besturen vandaag beter inschatten waar zwemmen in open water haalbaar is. Onder meer Deinze, Mechelen, Geel en Brugge gaven al potentiële locaties door aan De Vlaamse Waterweg, die daarnaast ook in gesprek is met Diksmuide en Leuven.

Minister De Ridder benadrukte dat het enthousiasme groot is, maar dat veiligheid altijd de eerste prioriteit blijft: “Bevaarbare waterwegen zijn niet evident voor recreatief zwemmen. Waar het veilig kan, willen we de mogelijkheden bekijken, maar zonder risico’s te nemen.”

Vlaams Parlementslid Tomas Roggeman (N-VA) sluit zich daarbij aan. “Het is logisch dat er strikte voorwaarden gelden op bevaarbare waterlopen. Zwemmen is nu eenmaal niet verzoenbaar met scheepvaart of sterke stromingen,” zegt hij. “Toch zijn er heel wat rustige waterlopen die hun economische functie verloren hebben, waar openwaterzwemmen wél denkbaar is. Denk bijvoorbeeld aan de Oude Dender in Dendermonde. Zulke projecten versterken de lokale waterbeleving en kunnen op veel draagvlak rekenen.”

Volgens Roggeman toont het debat aan dat lokaal initiatief cruciaal is: “De Vlaamse overheid biedt het kader en de ondersteuning, maar het zijn de lokale besturen die hun waterlopen het best kennen. Waar veiligheid en kwaliteit gegarandeerd kunnen worden, moeten we die kansen grijpen.”