Geen wettelijk taalkader

Het laatste koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van de NMBS dateert uit 1993. Datzelfde besluit werd echter op 15 maart 1999 vernietigd door een arrest van de Raad van State, waarna geen nieuw besluit volgde. Daardoor opereren de spoorbedrijven ondertussen al 21 jaar zonder wettelijk verplicht taalkader en is er dus geen maatstaf voor de aanwervingen. Dat uit zich duidelijk in de verdeling per taalrol binnen Infrabel, waarbij de Nederlandstalige werknemers verhoudingsgewijs in de minderheid zijn: 48 procent Nederlandstaligen tegenover 52 procent Franstaligen.

Nederlandstalige sollicitanten benadeeld

Volgens de Vaste Commissie van Taaltoezicht (VCT) is dat een ernstige inbreuk op de taalwetgeving. De VCT klaagt het ontbreken van een wettelijk verplicht taalkader aan in haar jaarverslag. Bij een gebruikelijke verdeling bij andere overheidsbedrijven en Federale Overheidsdiensten schommelen de percentages voor Nederlandstalige werknemers eerder tussen de 53 en 56 procent. “De taalwetten bestaan om een reden. Het doel is net om te vermijden dat een taalgroep voorgetrokken wordt.  Doordat de taalwet niet uitgevoerd wordt, werden Nederlandstalige sollicitanten de voorbije jaren benadeeld.”

Naleving taalwetgeving problematisch

Spijtig genoeg is de wanverhouding bij infrabel geen geïsoleerd geval. “Inbreuken van overheidsbedrijven op de taalwetgeving zijn schering en inslag. Dat blijkt klaar en duidelijk uit de verslaggeving van de VCT. Ook bpost, Proximus en de NMBS hebben geen wettelijk vereist taalkader. Ook zij maken zich bij herhaling schuldig aan overtredingen van de taalwetgeving. De VCT klaagt dat al jaren aan, zonder gevolg”.

Taalwetgeving afdwingen

De N-VA dient een wetsvoorstel in om de afdwingbaarheid van de taalwetgeving te versterken. Overheidsbedrijven die de wet op talen in bestuurszaken overtreden, kunnen volgens het wetsvoorstel daarvoor financiële sancties opgelegd krijgen. “De handhaving van de taalwetgeving faalt. Dit mankement in de taalwetgeving willen wij rechtzetten, zodat de evenwichten tussen Vlamingen en Franstaligen correct gehandhaafd worden”, besluit Roggeman.