Twee maanden om te onderhandelen. Dat voorstel legde de Catalaanse minister-president Puigdemont op tafel. Antwoord van zijn Spaanse evenknie Rajoy: Catalonië krijgt drie dagen, tot donderdag, om weer in de Madrileense pas te lopen. Steeds duidelijker wordt dat Spanje én de Europese Unie geen flauw benul hebben wat ze moeten aanvangen met regionalisme en democratisch onafhankelijkheidsstreven.

Dat de Unie moet kunnen uitbreiden, voor sommigen zelfs tot Turkije, daar zijn regels voor. Regels zijn er ook voor landen die uit de Unie willen stappen – de Britten gaan er alvast voor. Maar de wens om een eigen staat te vormen? De Europese Commissie geeft nog liever carte blanche om burgers in elkaar te meppen, dan toe te geven dat die wens legitiem kan zijn.

Tijdens het Schotse onafhankelijkheidsreferendum stonden de grote Europeanen op de eerste rij om de Schotten af te dreigen. Nooit zouden ze lid van de EU kunnen blijven. Maar toen de Britten later, na het brexit-referendum, beslisten de Unie te verlaten, waren het dezelfde Europese toppers die als eersten riepen dat Schotland toch in de EU zou moeten kunnen blijven. Politieke tactiek? Hypocriete boel, is de juistere benaming.

Het is vooral symptomatisch voor een diepliggender probleem: de EU slaagt er niet in om binnen haar grenzen een volwassen omgang te vinden met regionalisme. Nochtans is het streven naar onafhankelijkheid door staatloze naties eigen aan het Europese continent. Het aantal onafhankelijke landen in Europa is in honderd jaar tijd verdubbeld. Onder de 28 lidstaten van de EU zijn er zeven die nog niet eens bestonden in 1990.

Geen enkele landsgrens is eeuwigdurend. In het 21ste-eeuwse Europa is het ook logisch dat grenswijzigingen niet bevochten maar gestemd worden. Want de stem van burgers vandaag, weegt zwaarder dan de historische toevalligheid van oorlogen die soms eeuwen achter ons liggen. Met een vreedzame en democratische onafhankelijkheidsstrijd is dus niets mis. Zelfs wanneer dat verloopt in minder eendrachtige verhouding tot het moederland. Elk volk heeft het recht zijn eigen toekomst te kiezen. Ook dat is democratie.

Evident

Die evidentie blijkt moeilijk verteerbaar voor de Europese gevestigde orde. Bekend is de Verhofstadt-lijn, die het democratische verlangen naar zelfbestuur beschouwt als een achterhaalde zaak, vragen om onafhankelijkheid principieel weigert en alle vlaggen naar de vuilnisbelt verwijst, tenzij er gele sterren op staan natuurlijk. Een betere piste is erkennen dat de Europese samenwerking alleen versterkt wordt als er meer flexibele concurrentie komt tussen steeds invloedrijkere steden en regio’s. Vooruitgang komt niet voort uit opgelegde eenheid, maar uit elkaar naar boven stuwende verscheidenheid.

Die verscheidenheid omarmen begint met de erkenning dat er ook in Europa nationale minderheden en staatloze volken bestaan. En dat hun streven naar zelfbeschikking en naar directere invloed binnen de EU bijgevolg legitiem is.

Het is verwonderlijk dat de volksnationalistische Catalaanse beweging op zoveel veroordelingen botst, terwijl het veel militantere Spaanse nationalisme vrijuit gaat. Het hardhandige optreden van de politie, de achterban van Rajoy die het geweld openlijk steunt, de verplaatsing van militair materiaal richting Catalonië en de manifestaties van Francofas cis tische splinterpartijen zijn alarmerende signalen van een staatsnationalisme dat de verkeerde richting inslaat.

Unionisme kan rationele argumenten hebben, maar de heftige sentimentaliteit waarmee de eenheid van de Spaanse staat door de Partido Popular verdedigd en verheerlijkt lijkt te worden – ‘Una, Grande y Libre’ in de extreemrechtse leuzen, ‘één, groot en vrij’ – laten weinig ratio vermoeden.

Net daarom is er onze oproep tot Europese of internationale bemiddeling. Niet om beide partijen bij het handje te nemen en elk detail van hun nieuwe relatie op te dringen. Maar om ervoor te zorgen dat geweld wordt afgezworen en zij als gelijken aanschuiven aan de onderhandelingstafel. Als Europa elke bemiddelingsrol blijft weigeren en de escalatie aanhoudt, moet de rest van Europa klaarstaan om Catalaanse politici politiek asiel te verlenen. Vlaanderen en België in de eerste plaats.

Echte plaats

Los van de Catalaanse actualiteit is het hoog tijd dat de Europese Unie en haar lidstaten zich bezinnen over de plaats die ze toekennen aan regionalisme. De vertegenwoordiging van staatloze naties in het Europees Comité van de Regio’s is een lachertje. Zij verdienen een échte plaats aan de Europese beslissingstafel. Ook de doctrine van oud-EU-chef Barroso, die stelt dat afscheidende lidstaten zich automatisch buiten de EU plaatsen, zélfs in een Schotland-scenario met een instemmend moederland, valt niet te verantwoorden. Voor regio’s die het communautair acquis soms al decennia geleden implementeerden, moeten snelle pistes naar lidmaatschap bestaan. Het is moeilijk te geloven dat sommigen liever dromen van Turkije als volgende lidstaat van de EU. Zou Catalonië niet een stuk logischer zijn?